Dag 4, Maandag 9 september 2002

Maandag 9 september, om kwart over zes ben ik op en toen ik buiten kwam schrok ik me te pletter. Het regende pijpenstelen en het zag er naar uit dat het voorlopig niet droog zou worden. Tijdens het ontbijt overleggen we wat we zullen doen. Hans en Peter hebben regenkleding bij zich maar Ed en Jan niet. Ed trekt het regenpak van Peter aan en gaat kijken hoe laat de Harley Store in Sturgis open is.

De natuur is mooi, ook al regent het pijpestelen

De natuur is mooi, ook al regent het pijpestelen

Om negen uur gaat de zaak open. Jan doet het regenpak van Hans aan en gaat met Ed regenkleding kopen. De voorraad is beperkt zodat Jan het met een regenbroek maat XL moet doen. Het gaat net, dus voorruit maar. Ed en Jan kopen ook een helm want de regen op je bovenkamer tijdens het motorrijden is geen pretje. We rijden terug naar de kamer en kleden ons zo goed en zo kwaad aan, Peter wil ook nog een helm hebben dus gaan we nog even terug naar de Harley Store.

Om tien uur zijn we zover dat we kunnen vertrekken. We moeten vandaag 237 mijl (381 km) afleggen, dat zal niet meevallen met dit weer. Het water komt nog steeds met bakken uit de hemel dus het rijden is op dit moment niet echt leuk. Het lijkt wel ijswater dus het is ook nog hartstikke hartstikke koud. Ed komt er ook achter dat het geen pretje is om onder deze omstandigheden zonder windscherm te rijden. Dit is afzien, hè Ed ?

Zo af en toe stoppen we even om de benen te stekken en nog maar eens tegen elkaar te vertellen wat een verkeerd weer dit is

Zo af en toe stoppen we even om de benen te stekken en nog maar
eens tegen elkaar te vertellen wat een verkeerd weer dit is

Boven in de Black Hills gekomen rijden we ook nog een zeer dichte mistbank in wat het feest compleet maakt. Dit kan toch de bedoeling niet zijn. We hebben deze rit maar ingekort. Er stond op het programma dat we Mount Rushmore en Crazy Horse Memorial zouden bezoeken maar beide hoogtepunten schrappen we uit het programma. Het streven is nu om zo snel mogelijk in Casper te komen. We rijden door Deadwood, een oud westernstadje met casino’s en een goudmijn waar we echter ook geen stop kunnen maken vanwege het weer.

Onderweg stoppen we nog even onder een zeer zeldzaam afdakje in deze oneindige ruimte om even te schuilen, wat ’n armoe zeg. In Newcastle stoppen we bij een benzinestation waar we warme koffie en Hotdogs nemen om bij te komen. De mevrouw achter de kassa vertelt ons dat ze het erg voor ons vindt, maar dat de plaatselijke bevolking al een heel poosje om regen bidt. En ja, zij zijn met meer zodat Pluvius de schuiven nog maar eens opentrekt en nog een lading water op ons te laat neerkomen.

We rijden verder op dezelfde lange weg die we gisteren hebben gereden en stoppen bij een openbaar toilet bij Mule Creeck Junction waar we een poosje schuilen en de bui zowaar over zien trekken. Het geeft wel aan waar we mee geconfronteerd worden, als je in een openbaar toilet moet schuilen... We wagen het erop en houden het inderdaad een beetje droog tot Lusk, een mens is al gauw tevreden hé ?

In Lusk komen we een motorrijder tegen uit de tegenovergestelde richting die ons vertelt dat we de goede kant opgaan en dat we de regenkleding wel uit kunnen doen. Het blijft inderdaad droog dus vervolgen we onze weg. Om te voorkomen dat we het in dit verslag alleen maar over het weer hebben zal ik nu maar weer even vertellen hoe mooi het op de rest van de route is. We verlaten de US 85 en nemen de US 18 waar diverse heel kleine dorpjes langs liggen.

Het kleinste dorp dat we tegen zijn gekomen telt 4 (!) inwoners

Het kleinste dorp dat we tegen zijn gekomen telt 4 (!) inwoners

Lost Springs is zo’n dorpje met maar vier inwoners, Billy & Jilly en Johnny & Conny waarschijnlijk. Bij gezinsuitbreiding moeten zijzelf voor een nieuw bord zorgen. Langs deze weg ligt ook een spoorlijn zodat we diverse zeer lange treinen, meestal geladen met steenkool, zien. Omdat er maar enkel spoor ligt moeten de treinen soms op elkaar wachten op een wissel. Bij Lost Springs hebben we bij zo’n overweg staan kijken terwijl zo’n trein langskomt. Je zal maar bij die overweg staan wachten zeg !

We komen nog langs allerlei andere dorpjes zoals Shawnee, Orin, Orpha en Rolling Hills en komen om half zes na 252 mijl (406 km) bij Hotel Radisson in Casper aan.

Eindelijk weer eens droog in Casper, Wyoming

Eindelijk weer eens droog in Casper, Wyoming

Aan de bar van het hotel hebben we Hot Wings gegeten terwijl er een belangrijke Rugbywedstrijd aan de gang was. Bij elke consumptie kregen we een lootje waarmee we alle prijzen wonnen die er te winnen waren : Drie T-shirts, twee petten en twee fles-openers. Het maakte niet uit welk nummer er op het lootje stond. Er was een bezoeker die een blaadje met shots liet maken en die aan ons en de anderen uitdeelde. Het was een likeurmix die ik niet thuis kon brengen, het was wel erg zoet. Na een gezellige avond gaan we weer vroeg rusten, het is morgen weer vroeg dag, nietwaar.



|  Naar de indexpagina   |   Naar de vorige pagina    |   Naar de volgende pagina   |